Onze hersenen sturen onze wijze van denken, beslissen en handelen. Metaprogramma’s zijn je onbewuste voorkeurstijlen van dit denken, beslissen en handelen. Het zijn filters die beïnvloeden hoe jij naar de wereld kijkt en je ervaringen verwerkt. Je kunt metaprogramma’s inzetten als denkstijlen om anderen beter te begrijpen. We beschrijven vier programma’s die vooral voor communicatie van belang zijn.  

Metaprogramma: Globaal/ Detail

Mensen met een globale voorkeursstijl nemen je in vogelvlucht mee in een onderwerp en spreken daarbij over hoofdlijnen. Ze zijn gericht op de kern van de boodschap en kunnen goed generaliseren. Een valkuil is dat globale denkers moeite hebben met details en specialisaties.

Mensen die detailgericht denken zijn gericht op specifieke onderwerpen. Ze benoemen nauwkeurig en stap voor stap het onderwerp dat ze willen verduidelijken. Je valkuil is dat je bang bent om iets over het hoofd te zien of het overzicht te verliezen.

Voorbeeld

Je bent een detail gericht persoon. Je werkt aan een project, namelijk het opzetten van een nieuw computersysteem. Dit project is complex van aard en vraagt om een gedetailleerde aanpak; je moet onder andere data analyseren en er zijn veel deadlines die het succes van het project bepalen. In het project leg je verantwoording af aan een stuurgroep. De mensen uit deze stuurgroep zijn -in tegenstelling tot jou- globaal georiënteerd. Zij zoeken vooral antwoord op de vragen “liggen we op schema en lopen we niet uit de kosten?”. Jij wilt hen daarentegen meenemen in de complexiteit van zaken en ze daarin bewuste keuzes laten maken. Telkens als een een stuurgroep vergadering is, eindigt deze voor jou in een teleurstelling. De stuurgroep begint zich af te vragen of jij dit project wel aankunt, aangezien je steeds verdedigender reageert en steeds meer en meer met argumenten strooit.

Wat kan je helpen?

Wat hier mis gaat in deze situatie is dat jij volledig wilt zijn in je informatie verstrekking en verantwoording wilt afleggen voor alles wat er binnen het project gebeurd. Maar door dat te doen vraagt de stuurgroep zich af of jij de boel wel overziet. Wat je kan helpen is dus meer gaat opstellen zoals een globaal gericht persoon dat zou doen.

Hoe kun je dit doen?

Pas je woordkeuze aan door niet te veel details in je verhaal op te nemen. Breng in je presentatie een duidelijke structuur aan, die vooral ingaat op de zaken die zij belangrijk vinden (lopen we op schema en blijven we binnen de kosten?). Als er een vraag komt, wijd dan niet uit, maar geef een kort en krachtig antwoord.

Metaprogramma: Proactief / Reactief

Proactieve personen zijn ondernemend, initiatiefrijk en echte ‘doeners’. Proactieve mensen wachten niet af tot ze instructie krijgen van anderen. De valkuil voor een proactief persoon is  om overhaast te werk te gaan. Dit kan leiden tot het niet betrekken van bepaalde mensen die essentieel zijn in het proces, of het over het hoofd zien van belangrijke informatie.

Een reactief persoon is juist bedachtzaam, reflecteert en is analytisch. Beslissingen worden weloverwogen genomen. Een reactief persoon komt pas in actie zodra hij of zij ergens zeker van is. Dit is een waardevolle eigenschap maar kan je wel beperken in je wendbaarheid. Het kan zijn dat je te lang blijft nadenken en de actie uitblijft. 

Metaprogramma: Overeenkomst / Verschil

Mensen met voorkeur voor overeenkomst bekijken in elke nieuwe situatie eerst of deze gelijkenissen vertoont met eerdere ervaringen. Ze kunnen hierdoor makkelijk patronen ontdekken. Bij het aangaan van nieuwe contacten richten zij zich op wat hen verbindt met de ander. Waarin komen wij overeen? Vervolgens bouwen ze daarop voort. Een valkuil van iemand die in overeenkomsten denkt is dat als de overeenkomst ontbreekt, ook gelijk het gevoel van verbinding met de persoon of de situatie ontbreekt. Door het gebrek aan herkenning, wordt de persoon of situatie als onveilig ervaren. De overeenkomstdenker zal dan op zoek gaan naar mensen of situaties die wel vertrouwd zijn. Mensen met voorkeur voor verschil herkennen eerst de verschillen, in vergelijking met eerdere ervaringen. Ze herkennen direct wat er anders is en waar het aan ontbreekt. Een verschildenker maakt direct een inschatting van wat er mogelijk niet klopt in een situatie en zal sneller fouten opsporen dan overeenkomstdenkers. Valkuil van verschildenkers is dat deze mensen minder gericht zijn op het zoeken van verbinding met anderen en als té kritisch of zelfs hautain worden ervaren (meestal door de overeenkomstdenkers ;-).

Metaprogramma: Intern / Extern

Intern gerichte mensen baseren een oordeel op wat zij zelf belangrijk vinden, hun eigen normen en motivatie. Zij bepalen zelf welke beslissingen worden genomen en vertrouwen hierbij op hun innerlijke kompas. Valkuil voor intern gerichte mensen is dat zij moeite kunnen hebben met sturing door anderen en ook wel eens als eigengereid worden gezien.

Extern gerichte mensen baseren een oordeel op wat anderen belangrijk vinden en hebben anderen nodig om gemotiveerd te raken. Ze zoeken gericht naar informatie van buitenaf. Een extern gericht persoon heeft soms moeite met zelfstandig beslissen en heeft leiding van anderen nodig. Hierdoor zijn ze minder autonoom dan intern gerichte mensen.

Een glijdende schaal

Elke dimensie heeft tegenovergestelde patronen, maar dit betekent niet dat je óf het een óf het ander bent. Metaprogramma’s bevinden zich op een glijdende schaal, waardoor je ergens tussen beide dimensies zit. Wel heb je vaak iets meer voorkeur voor het één of het ander.

Metaprogramma NLP

Bewustwording van de metaprogramma’s

Twee mensen die zich aan de uiteindes van de schaal begeven worden op verschillende manier gemotiveerd en kunnen het lastig vinden goed met elkaar samen te werken. In je communicatie kun je er rekening mee houden dat anderen niet hetzelfde geprogrammeerd zijn en dat zij niet op dezelfde manier denken en handelen. Als jij je bewust bent van je eigen programma en dat van anderen, vergroot je de effectiviteit van je communicatie.

Begrip voor elkaar

Om de omgang met anderen te versterken is het handig om te weten door welke metaprogramma’s je collega’s worden gedreven. Het kan je helpen in te zien waarom het soms moeilijk is om begrip voor elkaar op te brengen of om een effectieve samenwerking te bewerkstelligen. Bij het hanteren van conflictsituaties helpt het om jezelf te verplaatsen in wat voor de ander belangrijk is, en dit te verbinden aan wat jij zelf belangrijk vindt. Zorg dat je in staat bent je persoonlijk gewin op de korte termijn te overstijgen. Denk meer vanuit het gemeenschappelijk belang. Als je het metaprogramma van iemand anders herkent, kun je effectiever reageren en is de stap naar het overtuigen van deze persoon kleiner.

Doen

Stel je zit in de volgende situatie: al een tijdje speelt er een meningsverschil tussen jou en je collega. Telkens als jullie hierover in gesprek gaan, ontstaat er discussie. Met de kennis van bovenstaande metaprogramma’s in je achterhoofd kun je nu een korte analyse opstellen.

  1. Ga voor elk van de metaprogramma’s na waar jouw voorkeuren liggen.
  2. Doe ditzelfde voor je collega. Waar liggen zijn/haar voorkeuren?
  3. Vergelijk jullie voorkeuren. Bij welke metaprogramma’s botst het?
  4. Gebruik deze kennis om je manier van communiceren aan de voorkeur van je collega aan te passen.