Narcistisch leiderschap is voor velen een herkenbaar fenomeen. Toch is het een onderwerp dat binnen organisaties nauwelijks zijn weg vindt naar de oppervlakte. Docent en onderzoeker Eddie Brummelman doet onderzoek naar narcisme. In zijn boek ‘bewonder mij’ legt hij uit wat narcisme is, hoe het zich manifesteert en hoe je narcisme kunt vervangen door zelfwaardering. In dit artikel lees je enkele inzichten uit zijn boek en tips hoe je narcisme in jouw organisatie kunt voorkomen of tegengaan.

Wat is narcisme?

Narcisten zijn mensen die zich boven anderen verheven voelen. Zij vinden dat ze recht hebben op een bevoorrechte positie en hunkeren naar bewondering. Narcisten vinden zichzelf fantastisch en willen dat anderen deze grootsheid erkennen.

Een narcistische persoonlijkheid is een psychische stoornis. Hoewel lastig vast te stellen, komt het naar schatting bij één op de twintig mensen voor. Maar om narcisme vast te stellen, zul je goed psychologisch onderzoek moeten doen. Wees daarom voorzichtig in je oordeel, als je narcistische trekjes herkent in anderen. Veel vaker zal het namelijk gaan om een persoonlijkheidstrek. In dat geval vertoon je narcistisch gedrag, dat zich op een glijdende schaal in meer of mindere mate voordoet. Er zijn veel meer mensen met narcistische trekken dan mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Brummelman maakt de vergelijking met verlegenheid. De meeste mensen komen weleens in situaties terecht waarin ze verlegen zijn. Spreken in het openbaar is daar een herkenbaar voorbeeld van. Voor de een gaat het om een opgelaten gevoel, terwijl het voor de ander een obstakel vormt om te kunnen presteren. Maar slaat de verlegenheid tot in het extreme door, dan ontstaat er een angststoornis.

Hoe manifesteert narcisme zich?

Narcistische trekken manifesteren zich op de volgende manier:

  • Je vindt jezelf beter dan anderen. Er kunnen situaties zijn waarin je daadwerkelijk beter bent dan anderen en dat zie je zelf ook. Denk aan sportprestaties. Dit erkennen maakt je nog niet tot een narcist. Pas als jij jezelf verheven voelt boven een ander is er sprake van narcisme. Het gaat dan niet meer om een vergelijking van de prestatie op zich; je ziet het als een kwalificatie van de persoon.
  • Je kijkt neer op anderen. Je hebt mensen nodig om je zaakjes voor elkaar te krijgen en bent meer gericht op ‘nemen’ dan op ‘geven’ in de relatie. Ook vind je dat anderen minder belangrijk zijn dan jij en dat jouw wensen zwaarder tellen.
  • Je ziet relaties als competitie. Je denkt in termen van win-verlies in plaats van de wens om beide partijen te laten winnen. Zolang jij wint, ben je beter dan die ander. Maar als die ander wint, dan heb je behoefte aan vergelding. Het maakt je boos, gefrustreerd en je wilt de ander linksom of rechtsom terugpakken.

Waarschijnlijk kunnen we allemaal mensen in onze directe omgeving aanwijzen die deze trekjes vertonen. Of wie weet, betrap je jezelf erop je bij tijd en wijlen hieraan schuldig te maken.

Twee strategieën van narcisten

Brummelman haalt in zijn boek de narcistheorie van Morf en Rhodewalt aan. Deze theorie stelt dat “narcisten ernaar streven een grandioos beeld van zichzelf te creëren”. Daarvoor gebruiken ze twee strategieën. De eerste strategie is intern. Het speelt zich af in hun eigen hoofd. Ze interpreteren de wereld zodanig dat deze overeenkomt met hun eigen grandioze zelfbeeld. Bijvoorbeeld: als Donald Trump beweert dat iets fake nieuws is, dan is het fake nieuws. Als je overtuigt bent van jezelf, dan zul je de ander beter kunnen overtuigen dan wanneer je eigen geloof wankelt.

De tweede strategie gaat om de sociale wereld. Narcisten proberen hun relaties zo te manipuleren dat ze de bewondering krijgen die ze willen. Ze creëren een podium voor zichzelf en gebruiken vrienden, familie, collega’s of vreemden als bron voor applaus. En hierin zit ook de paradox, schrijft Brummelman. Een narcist kijkt neer op anderen en hunkert gelijktijdig naar hun goedkeuring.

De drie fasen van narcistisch leiderschap

Narcisme komt veel voor in leiderschap. Leiderschap biedt namelijk het podium dat narcisten zoeken. Ook zien ze zichzelf als goede leiders. Hun oordeel wordt echter gekleurd door de nodige zelfoverschatting. Om goed te kunnen functioneren heb je een realistisch beeld nodig van je krachten en zwakheden. En hiervoor zal een narcist zijn of haar ogen sluiten. Dat maakt narcistische leiders tot risico binnen organisaties.

Ze kunnen veel afbreuk doen met het maken van verkeerde inschattingen, hun eenzijdige blik of behoefte financiële risico’s aan te gaan met het doel zichzelf van grootse successen te voorzien. Brummelman beschrijft drie fasen van narcistisch leiderschap.

Fase 1: verliefdheid

Narcisten zijn in het algemeen beter in staat een goede indruk neer te zetten dan anderen. Ze zijn zich bewust van hun kleding, houding, lachen meer en maken een zelfverzekerde indruk. Narcistische leiders worden aanvankelijk als sterk en inspirerend ervaren. Maar zodra ze in een leiderschapspositie verkeren, gooien ze de boel om. Hun voorganger heeft er weinig van gebakken en er moet een nieuwe koers gevaren worden. Ze borduren niet voort op het goede dat al aanwezig is, maar zijn vooral bezig hun eigen stempel op de organisatie te drukken. Ze verzamelen gelijkgestemden om zich heen en mensen die er geen bewaar tegen maken om hen te volgen. Andersdenkenden worden zo snel mogelijk buiten spel gezet of tegengewerkt. De coalitievorming is begonnen. De leider zal ondertussen aan iedereen vertellen dat het heus goed komt en dat ze hem/haar erop kunnen vertrouwen dat de veranderingen nu eenmaal nodig zijn om het doel te bereiken. Follow the leader is het motto.

Fase 2: ontnuchtering

Er beginnen zich scheurtjes te vertonen in het leiderschap. Die vriendelijke, charismatische man of vrouw begint steeds vaker de zin door te duwen. De complimentjes maken plaats voor ‘doe maar gewoon wat ik zeg’. Ongehoorzaamheid wordt keihard afgestraft. Je voel je geïntimideerd, wordt openlijk afgebrand, interessante taken worden je afgenomen of er worden beslissingen genomen die je achter de oren doen krabben. De jaknikkers mogen blijven, de opstandelingen verlaten de organisatie, al dan niet met een gegeven zetje. Narcistische leiders zullen vaak onzorgvuldig omspringen met het geld van de organisatie. Ze betalen zichzelf ongekende salarissen en dit bonussen uit, terwijl de rest het met minder moet doen. Ook gaan ze risico’s aan die weliswaar goed kunnen uitpakken, maar vaker nog onvoorzichtig en onverstandig zijn. Overleggen zien ze als overbodig, waardoor beslissingen eenzijdig worden gemaakt.

Fase 3: oplossing

In een organisatie die gedwongen een andere koers moet varen, kan een narcistische leider uitkomst bieden. Innovatieve narcisten kunnen een organisatie van de nodige slagkracht voorzien. Hij of zij heeft namelijk geen enkele moeite moeilijke beslissingen te nemen, financiële risico’s aan te gaan of impopulaire maatregelen te nemen. Maar wanneer een organisatie om stabiliteit vraagt, is een narcistische leider een groot gevaar. Een narcistische leider zal te weinig gebruik maken van de gedeelde kennis die in de organisatie aanwezig is en beslissingen nemen die niet in het belang van de organisatie zijn. Een narcistische leider is er namelijk voor zichzelf, niet voor de organisatie. Een narcistische leider zal ook geen ontslag nemen, tenzij zich een betere kans voordoet. En dan is het hopen dat er mensen om de narcistische leider opstaan en hem of haar een halt toeroepen.

5 tips hoe je narcisme in jouw organisatie kunt voorkomen of tegengaan

Onze ervaring is dat narcisme narcisme voedt. Eenmaal aanwezig in een organisatie, kan het zich als onkruid verspreiden. Heers en verdeel is dan de wijze waarop de hazen lopen. Een narcistische leider ontslaan is in dat geval slechts symptoombestrijding. Er is meer nodig om het probleem tot op de wortel uit te roeien.

We gaan ervan uit dat het niet de narcisten zelf zijn die dit artikel zullen lezen en mocht dat wel het geval zijn, zullen we hen vast niet overtuigen van hun persoonlijkheid. Maar dat wil niet zeggen dat er niets aan gedaan kan worden. Narcisme kan wortel schieten als anderen het toestaan. Het neerzetten van een sociale omgeving, waarin narcistische uitingen niet worden geaccepteerd door de groep, biedt daarin uitkomst. We geven je vijf tips hoe je narcisme in jouw organisatie kunt voorkomen of tegengaan.

1. Reken af met machotaal. Narcistische leiders hebben neiging tot grof taalgebruik. Die trend wordt al snel overgenomen door anderen, want dat is blijkbaar de manier om te overleven binnen de organisatie. Als narcisten hun zin niet krijgen, spelen ze op de persoon, in plaats van op de situatie. Alles wordt uit de kast getrokken om de ander aan macht te onderwerpen. Bijvoorbeeld door iemands capaciteiten te diskwalificeren, zich nietig te laten voelen of door diens zekerheden ter discussie te stellen of zelfs weg te nemen. Door de tijd heen hebben we enkele uitspraken verzameld die duiden op narcistisch gedrag:

 

  • Je hebt mij tot op het bot gekrenkt.
  • Wat jij me hebt aangedaan, zal ik nooit vergeten.
  • Jij hebt me geraakt tot in mijn ziel.
  • Ik ga ermee akkoord dat jij ontslag neemt (tegen iemand die niet weg wil).
  • Is het je weleens opgevallen dat in groepen, mensen mij altijd aankijken? Het schijnt dat mensen onbewust aanvoelen wie de leider in de groep is.

 

2. Zorg ervoor dat mensen samen kunnen winnen in plaats van ze individueel af te rekenen. Maak doelen of targets groepsafhankelijk, waardoor je gedragingen die onderlinge concurrentie in de hand werken, juist in de kiem smoort. Mensen hebben elkaar nodig om uit te kunnen blinken.

3. Zorg ervoor dat mensen worden afgemeten aan zichzelf. Dus als je de ontwikkeling van mensen bespreekt, zet ze dan af tegen hun persoonlijke voortgang. Stuurt de organisatie bijvoorbeeld aan op het halen van targets? Vergelijk iemands resultaten dan met de resultaten uit voorgaande perioden van dit persoon, in plaats van een vergelijking te maken met de prestaties collega’s.

4. Beloon uitingen van empathie. Neem een compassievolle houding aan. Anderen als gelijken zien is iets anders dan iedereen op dezelfde manier behandelen. Het eerste moet je wel doen, het laatste juist niet. Door aan te sluiten bij de persoonlijke situatie en behoeften van mensen, kun je hen het gevoel geven ertoe te doen. Vier fijne momenten binnen je organisatie heel bewust en doe dat met elkaar, niet met een select groepje MT-leden.

5. Stel je kwetsbaar op. Als je toe kunt geven dat je iets niet weet of hulp nodig hebt, nodig je anderen uit hetzelfde te doen. Het principe van ‘eerst geven en dan krijgen’ werkt hier prima. Als jij in je leiderschapsrol laat merken dat ook gevoelens van twijfel of onzekerheid er mogen zijn, zullen anderen ook minder gericht zijn op het wegmoffelen van fouten of ze op elkaar afschuiven. Door samen te reflecteren op situaties en daarbij kritisch te zijn op je eigen rol, zul je zien dat anderen dat ook doen. Dan kun je samen groeien en ontstaat er een win-win situatie.

Herken jij narcistische eigenschappen bij mensen binnen jouw organisatie?

Bron: Eddie Brummelman. (2019). Bewonder mij. Overleven in een narcistische wereld. Uitgeverij Nieuwezijds B.V.